Twee soorten faalangst

Je bent een paar jaar geleden afgestudeerd met goede cijfers. Je vrienden en vriendinnen kennen je als iemand die de zaakjes op orde heeft. Je werkt hard, bent precies in je werk. Jij bent degene diegene die laat in de avond nog een rapport afrondt door nog even de puntjes op de i te zetten terwijl anderen voor de televisie zitten of naar het theater gaan. Het vervelende is alleen dat de volgorde van de inhoud nog anders en beter kan en die conclusie kan ook nog wel wat scherper. “Is het nu wel goed zo?” vraag je jezelf af en je gaat – weer een uur te laat – slapen. De volgende ochtend word je wakker met een knoop in je maag. Op je werk lever je je rapport in en hoopt dat de lezers niet door hebben dat jij die conclusie toch niet hebt aangescherpt. Komt dit je bekend voor?

Je bent een paar jaar geleden eindelijk na acht jaar afgestudeerd met zesjes. Het ging je niet zo makkelijk af, je weet dat je slim genoeg bent maar op een of andere manier gaf je soms voor een tentamen er de brui aan waardoor je het opnieuw moest doen. Je hebt een baan onder je niveau, maar je kan gelukkig je rekeningen betalen en dat is toch ook heel belangrijk. Diep van binnen weet je dat je beter kan, maar op een of andere manier ga je er niet honderd procent voor. Komt dit je bekend voor?

In beide gevallen zou je wel eens last kunnen hebben van faalangst. De eerste persoon -ik noem haar Yvette – gaat hiermee om door keihard te werken in de hoop niet door de mand te vallen. Voordeel is dat er goed werk wordt geleverd en dat haar collega’s en leidinggevende dik tevreden zijn. Yvette krijgt waarschijnlijk een prima beoordeling op haar geleverde werk. Wel jammer voor haar dat haar leidinggevende dat rapport maar half had gelezen in trein omdat de beleidsrichting toch van hogerhand was gewijzigd. Voordeel was natuurlijk wel dat ze daardoor geen commentaar kreeg op de conclusie waarvan zij vond dat die niet scherp genoeg was. Gered door de gong zo lijkt het.

De andere persoon – Laat ik hem Kees noemen – heeft een andere strategie ontwikkeld om te dealen met de faalangst. Door nooit helemaal ergens voor te gaan kan Kees altijd zeggen dat als hij maar wat beter z’n best had gedaan dat het dan wel gelukt was. Kees kan zichzelf misschien een beetje lui noemen, maar ach wie luiert er nu niet op zijn tijd. En kees is natuurlijk een toffe peer, hij heeft snel de lachers op zijn hand en met zijn gezellige maar nonchalante houding vindt iedereen hem best aardig. Behalve Kees zelf…die wordt in de loop van de jaren toch wat cynischer. Hij baalt dat zijn vrienden hem aan alle kanten inhalen. Zijn vage geloof dat hij het eigenlijk wel kan heeft plaats gemaakt voor een overtuiging dat hij helemaal niets kan, maar daar komt hij wel mee weg door zichzelf een beetje groot te houden of op te blazen.

Zoals gezegd zowel Yvette als Kees hebben last van of de gedachte dat zij ‘het eigenlijk niet zo goed kunnen’, of misschien zelf ‘dat zij zelf helemaal niet goed zijn!’ (of een soortgelijke gedachte). Die gedachten kunnen in de loop der jaren diepe overtuigingen worden waardoor iemand op een nogal verwrongen manier in het – in dit geval werkende – leven gaat staan. Beiden hebben er last van. Daarbij heeft Yvette nog het voordeel dat ze er een leuk inkomen aan overhoudt alhoewel dat ook snel went. Dikke kans dat ze zich grote zorgen maakt dat als haar collega’s er eens achter zouden komen dat ze niet zoveel talent heeft dat ze dan ontslagen wordt en wat dan? Huis verkopen? Nee, dan maar hard doorwerken. Dikke kans dat ze ooit tegen een burn-out aan loopt of op zijn minst overspannen.

En Kees? Hij lijkt dan misschien heel relaxt, maar ondertussen leeft hij op de rand van het bestaan en echt

gelukkig wordt ie er ook niet van. Een goeie opmaat om depressief te worden.

Toch is hier met simpele methoden veel aan te doen. Door bepaalde denkgewoonten te ontwennen en te vervangen door andere voorkeursgedachten kunnen zowel Kees als Yvette anders in het leven gaan staan. Yvette zal meer ontspanning vinden en Kees zal meer uitdagingen aan kunnen gaan.

Deel deze blog

LinkedIn
Facebook
Twitter
WhatsApp
Email

Meer om te lezen

Aanhaken of afhaken?

Een van de lessen die ik leerde tijdens mijn opleiding voor Non Duaal Coaching en Therapie gaat over het effect van verschillende soorten fysieke houdingen die je als coach kunt aannemen. Het is gebaseerd op het feit dat wij mensen in het dagelijks leven geneigd zijn om een afkeer of een begeerte te voelen naar iets of iemand. Je zou ook kunnen zeggen dat wij in het leven heen en weer geslingerd worden tussen aantrekken en afstoten.

Een Ego heb je niet voor niets

Het Ego is niet per definitie een verwerpelijk onderdeel van onze mind. Een gezonde Ego-ontwikkeling is nodig om als mens te functioneren.

Vasthouden aan gewoontes

Vasthouden aan gewoontes is zowel de meest triviale als de meest voorkomende bron van menselijk lijden. Nu lijkt dat zeer vanzelfsprekend als we bijvoorbeeld kijken naar iemand die rookt. Maar het is op veel meer onderdelen van iemands leven van toepassing. We zijn als mensen gehecht aan veel soorten gewoonten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *