In sommige spirituele kringen is er een vreemde manier waarop naar Ego wordt gekeken. Het wordt soms als iets slechts gezien. Er komen dan teksten zoals: ‘je hebt een te groot Ego’ of dat het goed is dat ‘Ego afgebroken wordt’ en meer van dat soort dingen. Ik kwam na wat gezoek op internet ook een blog tegen met de volgende vraag in de titel: 7 manieren om het Ego los te laten. Waar het dan eigenlijk over zou moeten gaan is dat iemand op een bepaald onderdeel van zijn persoonlijkheid een verwrongen beeld van zichzelf heeft en zich helemaal identificeert met een onderdeel van het Ego. Een voorbeeld: Jantje heeft op vierjarige leeftijd geleerd dat als hij aardig doet tegen papa en mama, dat dat beloond wordt en dat papa en mama dan aardig terugdoen. Dat is belangrijk want een vierjarige is zeer afhankelijk van de ouders. Vinden zijn ouders hem niet meer aardig dan is dat voor een vierjarige zeer bedreigend. Tegelijkertijd heeft Jantje ook een eigen wil en wat de wil wil kan strijdig zijn met wat de ouders willen. Er is dus een beetje strijd nodig om je zin te krijgen. Alleen dan word je niet aardig gevonden. Dus slikt die vierjarige zijn wil in en doet wat papa en mama willen. Als dit maar regelmatig op jonge leeftijd gebeurt dan kan Jantje zich tot een echte pleaser ontwikkelen: iemand die altijd aardig gevonden wil worden en het altijd anderen naar de zin wil maken. Je zou dit een ongezonde Ego-ontwikkeling kunnen noemen. Zo iemand kan op latere leeftijd in de problemen komen omdat hij nooit echt ergens voor kan gaan staan en ook niet echt meer kan voelen wat ie nou echt met zijn leven wil. Hij hobbelt een beetje achter anderen aan en doet braaf wat gevraagd wordt. Moet dit Ego dan vernietigd worden, of afgebroken? Nee, verre van dat! Deze persoon heeft zichzelf geïdentificeerd met het ‘aardig gevonden worden’. Hem mag gerust verteld worden om wat vaker nee te zeggen. Dat zal lastig zijn en spanning opleveren omdat het vierjarige kind lang geleden de conclusie heeft getrokken om vooral vriendelijk en meegaand te zijn tegen anderen om niet uit het familiesysteem te worden gegooid. Natuurlijk hadden papa en mama het destijds allemaal niet zo bedoeld, maar een vierjarige trekt nu eenmaal conclusies op een manier zoals jonge kinderen dat doen: ongenuanceerd en kort door de bocht! En een conclusie op die leeftijd getrokken zit er behoorlijk ingestampt. Sterker, het ging gepaard met een drang om te overleven, een sterke emotionele koppeling dus en dat maakt dat het stevig geworteld is in de persoonlijkheid die zich dan aan het vormen is. Bij een gezonde Ego-ontwikkeling had Jantje op jonge leeftijd ook geleerd dat het ook prima is dat hij een eigen mening heeft en regelmatig nee kan zeggen en dat dat helemaal oké is. Dat wil niet zeggen dat het kind ook altijd zijn zin krijgt, maar dat is weer een ander verhaal. Soms krijgt het zijn zin, soms ook niet. Het Ego heeft dus wel degelijk een gezonde functie. Namelijk er voor zorgen dat iemand zich kan manifesteren in het dagelijkse leven. Van het Ego afkomen is dus gewoon het kind met het badwater weggooien.
Aanhaken of afhaken?
Een van de lessen die ik leerde tijdens mijn opleiding voor Non Duaal Coaching en Therapie gaat over het effect van verschillende soorten fysieke houdingen die je als coach kunt aannemen. Het is gebaseerd op het feit dat wij mensen in het dagelijks leven geneigd zijn om een afkeer of een begeerte te voelen naar iets of iemand. Je zou ook kunnen zeggen dat wij in het leven heen en weer geslingerd worden tussen aantrekken en afstoten.